ARK NETWORK reference.ch · populus.ch    
 
  
Amsterdam 
 
 
Rubriques

 Home

 
 
Le site « Gramlink-Néerlandais » vous propose une grammaire de remédiation « en ligne » du néerlandais. Il est spécifiquement destiné à des apprenants francophones. 
 
 
 
 
 
Dutch is the mother tongue of over 21 million people 
 
 
 
The Learn Dutch website 
 
1) THE DAYS OF THE WEEK/ DE DAGEN VAN DE WEEK: 
 
Maandag  
Dinsdag  
Woensdag  
Donderdag  
Vrijdag  
Zaterdag  
Zondag  
 
vandaag - today  
morgen - tomorrow  
overmorgen - the day after tomorrow  
gisteren - yesterday  
eergisteren - the day before yesterday  
 
------------------------------------------------- 
 
2) THE MONTHS OF THE YEAR/ DE MAANDEN VAN HET JAAR: 
 
Januari  
Februari  
Maart  
April  
Mei  
Juni  
Juli  
Augustus  
September  
Oktober  
November  
December 
 
------------------------------------------------- 
3) SEASONS/ JAARGETIJDEN (Dutch - English): 
 
Lente/ voorjaar - Spring  
Zomer - Summer  
Herfst/ najaar - Autumn/ fall  
Winter - Winter 
 
------------------------------------------------- 
4) TRAVEL/ REIZEN: 
 
Reisbureau - Travel agency  
Reisagent(e) - Travel agent ('e'=fem. form)  
Vliegtuig - Airplane  
Vliegveld/ Luchthaven - Airport  
Binnenlandse Vluchten - Domestic Flights  
Hotel - Hotel  
Kamer - Room  
Badkamer - Bathroom  
Kaartje - Ticket  
Taxi - Taxi  
Tram - Tram/ streetcar  
Trein - Train  
Haven - Harbor/ Port  
Boot - Boat  
Schip - Ship  
Ferry - Ferry  
Reservering - Reservation  
Reserveren - To reserve/ make reservations  
Gids - Guide  
Plattegrond - Map  
Koffer - Suitcase  
Kamperen - To go camping  
Caravan - Trailer  
Strand - Beach  
Perron - Platform 
 
------------------------------------------------- 
5) NUMBERS/ NUMMERS: 
 
Een - 1  
Twee - 2  
Drie - 3  
Vier - 4  
Vijf - 5  
Zes - 6 
Zeven - 7 
Acht - 8 
Negen - 9 
Tien - 10  
Elf - 11 
Twaalf - 12 
Dertien - 13  
Veertien - 14 
Vijftien - 15 
Zestien - 16 
Zeventien - 17 
Achttien 18 
Negentien - 19 
Twintig - 20 
Eenentwintig - 21 
Tweeëntwintig - 22 
Drieëntwintig - 23 
Vierentwintig - 24 
Vijfentwintig - 25 
Zesentwintig - 26 
Zevenentwintig - 27 
Achtentwintig - 28 
Negenentwintig - 29 
Dertig - 30 
Veertig - 40 
Vijftig - 50 
Zestig - 60 
Zeventig - 70 
Tachtig - 80 
Negentig - 90 
Honderd - 100 
Honderd en een - 101 
Honderdzesentachtig - 186 
Driehonderd - 300 
Duizend - 1000 
Elfhonderd - 1100 
Vijftienhonderd - 1500 
1796 - Zeventien-honderd-zes-en-negentig 
Tweeduizend - 2000 
Achtduizend - 8000 
Tienduizend - 10,000 
Honderdduizend - 100,000 
Een miljoen - 1,000,000 
Een miljard - 1,000,000,000 
Drie miljoen negen honderd zeven en tachtig duizend zes honderd vier en vijftig - 3,987,654 
 
------------------------------------------------- 
6) ART/ KUNST: 
 
 
Schilder - Painter  
Schilderij - Painting  
Kunstenaar - Artist  
Muzikant - Musician  
Muziek - Music  
Lied - Song  
Museum - Museum  
Tentoonstelling - Exhibition  
Galerie - Gallery  
Klassiek - Classic(al)  
Modern - Modern  
Theater - Theater  
Cultureel centrum - Cultural center  
Kleur - Colour  
Landschap - Landscape  
Stilleven - Still life  
 
------------------------------------------------- 
GEOGRAPHY-NATIONALITY/ GEOGRAFIE-NATIONALITEIT (Country-Nationality-Adjective): 
 
 
Nederland - Nederlander(Nederlandse) - Nederlands  
Engeland - Engels(e) - Engelsman - Engels  
Duitsland - Duitser(Duitse) - Duits (Germany)  
Egypte - Egyptenaar(Egyptische) - Egyptisch  
Mexico - Mexicaan(se) - Mexicaans  
Frankrijk - Fransman(Francaise) - Frans (France)  
Verenigde Staten - Amerikaan(se) - Amerikaans (United States)  
Spanje - Spanjaard(Spaanse) - Spaans (Spain)  
Griekenland - Griek(se) - Grieks (Greece)  
Portugal - Portugees(gese) - Portugees  
Canada - Canadees(dese) - Canadees  
Japan - Japanner(Japanse) - Japans  
Noorwegen - Noor(se) - Noors  
Denemarken - Deen(se) - Deens (Denmark)  
Finland - Fin(se) - Fins  
Zweden - Zweed(se) - Zweed  
Rusland - Rus(sische) - Russisch  
China - Chinees(ese) - Chinees 
 
Berg - Mountain  
Zee - Sea  
Rivier - River  
Meer - Lake  
 
 
As you can see, the feminine form of the person is normally formed with the adjective e. Exceptions and changes of spelling are indicated.  
 
------------------------------------------------- 
SCHOOL - STUDIES/ SCHOOL - STUDEREN: 
 
 
Huiswerk - Homework  
Boek - Book  
Boeken - Books  
Schrift - Notebook  
Schriften - Notebooks  
Klad(je) - Draft  
Leraar/ Docent - Teacher (m)  
Lerares/ Docente - Teacher (f)  
Faculteit - Faculty  
Opdracht - Assignment  
Cijfer - Grade/ mark  
Resultaat - Result  
Propaedeuse - ( /-)Bachelor's Degree  
Doctoraal - ( /-)Master's Degree  
 
------------------------------------------------- 
 
9) SOME USEFUL EXPRESSIONS  
 
 
How are you? - Hoe gaat het? 
What's your name? - Hoe heet u (form.)?/ Hoe heet je (inf.)? 
See you - Tot ziens 
Bye! - Dag!/ Doei! 
Goodmorning - Goedemorgen 
Thank you - Bedankt 
You're welcome - Graag gedaan 
I'm hungry - Ik heb honger 
Enjoy your meal - Eet smakelijk 
Shut up! - Hou je kop! 
Where are you from - Waar komt u vandaan? 
 
 
A cup of coffee and a cheese sandwich, please - Een kopje koffie met een broodje kaas,  
 
alstublieft. 
 
They have stolen my bike! (A common phrase on the streets of Amsterdam) - Ze hebben  
m'n fiets gejat! (coll)/ Ze hebben m'n fiets gestolen! 
 
 
And for those of you that have asked (and you are so many!!): 
I love you - Ik hou van jou 
 
 
Een kopje koffie! 
 
------------------------------------------------- 
 
 
10) COLOURS/ KLEUREN:  
 
Blauw - Blue  
Rood - Red  
Groen - Green  
Wit - White  
Zwart - Black  
Bruin - Brown  
Paars - Purple  
Roze - Pink  
Geel - Yellow  
Donker - Dark  
Licht (Scottish 'ch' sound) - Light 
 
 
Alphabet 
Clic sur les images pour entendre 
Numero